Door Robert Malewicz

Van gedetineerden in het buitenland krijg ik vaak de vraag of ze hun buitenlandse straf in Nederland kunnen uitzitten en of die straf dan nog wordt aangepast in de WETS-procedure.

Vóór 11 maart van dit jaar zou ik gezegd hebben dat als je een terugkeergarantie hebt, dat je dan via de WETS procedure in aanmerking komt voor een aanpassing van de in het buitenland opgelegde straf. Een terugkeergarantie wordt gegeven aan Nederlanders (of mensen die met Nederlanders gelijkgesteld kunnen worden) die via een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) aan een ander Europees land worden overgeleverd. Nederland levert wel eigen onderdanen uit. Maar het vragende land moet dan wel de garantie geven dat na het einde van de strafzaak in het buitenland, de veroordeelde terugkeert naar Nederland om daar de rest van zijn straf uit te zitten.

Uitlevering.nl | Uitlevering Cleerdin & Hamer advocaten

Aanpassen straf?

Tot voor kort was het zo dat veroordeelden die met een terugkeergarantie naar Nederland kwamen in aanmerking kwamen voor een aanpassing van de straf naar Nederlandse maatstaven. Art 2:11 van de WETS regelt namelijk dat het Gerechtshof in Arnhem in dat geval de buitenlandse straf naar Nederlandse maatstaven kan aanpassen. Dat was geen verplichting, maar het gaf in zaken met hele hoge straffen de rechter in Arnhem wel de mogelijkheid de straffen te verlagen. Vooral bij hoge straffen in drugszaken kwam het dan regelmatig voor dat het Gerechtshof in Arnhem een lagere straf oplegde. Dat kon soms wel jaren gevangenisstraf schelen.

Straf kan in drie gevallen worden aangepast

In de WETS is geregeld dat de Nederlandse rechter in drie gevallen de buitenlandse straf kan aanpassen:

  1. De buitenlandse straf is hoger dan in Nederland maximaal kan worden opgelegd. De straf wordt dan aangepast naar het Nederlandse maximum (art 2:11 lid 4 WETS). Een voorbeeld: in Duitsland is een Nederlander veroordeeld tot 16 jaar voor de invoer van cocaïne, in Nederland kan voor dat feit maximaal 12 jaar gevangenisstraf worden opgelegd. De straf wordt in de WETS procedure dan van 16 naar 12 jaar aangepast.
  2. De buitenlandse straf of maatregel kan worden aangepast omdat die in Nederland onbekend is ( art. 2:11 lid 6 WETS). De straf wordt dan aangepast in een straf of maatregel die wel in Nederland kan worden opgelegd. Een voorbeeld: in België wordt aan iemand de interneringsmaatregel opgelegd om zijn psychische ziekte te behandelen. In Nederland kennen we die maatregel niet, maar het lijkt veel op onze TBS. Via de WETS kan in Nederland dan alsnog de Belgische maatregel worden aangepast en TBS worden opgelegd.
  3. Aanpassing straf na overlevering met terugkeergarantie (art. 2:11 lid 5). Bijvoorbeeld: iemand is in Duitsland veroordeeld tot 11 jaar voor de invoer van xtc. Dat is naar Nederlandse maatstaven een zeer zware straf. Het Hof kijkt naar wat in Nederland normaal gesproken wordt opgelegd. Daarbij houdt de rechter ook rekening met het feit dat het een Duitse rechter is die de straf heeft opgelegd (internationale gevoeligheid). Het hof past de straf aan legt nu 7 jaar op.

Uitspraak Europees Hof van Justitie haalt streep door aanpassen straf naar Nederlandse maatstaven

Door een belangrijke uitspraak van het Europese Hof van Justitie voor de Europese Unie in Luxemburg (HvJ EU) zal in toekomstige WETS-procedures de in het buitenland opgelegde straf minder vaak worden aangepast. De Europese rechter heeft aan de derde mogelijkheid van het aanpassen van de buitenlands straf naar Nederlandse maatstaven namelijk een einde gemaakt.

Op 11 maart besliste het HvJ EU de zaak C-314/18  dat de Nederlandse regeling om de straf aan te passen niet meer mag worden toegepast. Het ging volgens het Hof specifiek om de hierboven genoemde derde mogelijkheid: het aanpassen van een straf naar Nederlandse maatstaven bij veroordeelden die na een overlevering met een terugkeergarantie naar Nederland komen voor het uitzitten van de rest van hun straf.

Dat komt omdat de Nederlandse WETS is gebaseerd op een Europees Kaderbesluit. Dat is een Europese regeling die aan alle lidstaten van de Europese Unie voorbeeldwetgeving geeft met bepalingen die in ieder geval moeten worden overgenomen in nationale regelingen.

Het Europese Kaderbesluit over de overdracht van de tenuitvoerlegging van straffen kent de mogelijkheid om straffen naar eigen inzicht te veranderen niet. De manier waarop Nederland dat toch in Nederlandse wetgeving (de WETS) heeft opgenomen is volgens het Europese Hof onjuist. Nederland had bij het maken van de Nederlandse wet (de WETS) het Europese Kaderbesluit moet volgen. Maar in de WETS heeft Nederland dus een extra mogelijkheid om de straf aan te passen opgenomen. Dat is de mogelijkheid om de straf na overlevering met een terugkeergarantie aan te passen na Nederlandse maatstaven.

Het Europese hof heeft nu in zijn uitspraak van 11 maart bepaald dat die aanpassing van de straf naar Nederlandse maatstaven niet meer mag omdat rechters in andere landen er op moeten kunnen vertrouwen dat de straf zoals die is opgelegd na terugkeer naar Nederland ook echt zo goed mogelijk ten uitvoer worden gelegd. Dus zonder verlaging van de straf omdat Nederland anders tegen die strafbare feiten aankijkt en voor soortgelijke feiten lager straft. Het Kaderbesluit dat als voorbeeld diende voor de WETS kende die mogelijkheid ook niet. In die Europese regeling was alleen geregeld (in artikel 8, lid 2, van kaderbesluit 2008/909)  dat de rechter (in ons geval in Nederland) de straf (uit bv Spanje) mag aanpassen voor zover deze zwaarder is dan de maximum straf voor dat feit in Nederland kan worden opgelegd. In het voorbeeld hierboven (onder punt 1) werd de Duitse straf van 16 jaar daarom in Nederland naar 12 jaar aangepast, het maximum voor dat feit in onze Opiumwet.

Uitspraken Europese Hof van Justitie zijn van groot belang voor de Nederlandse WETS-procedures

De uitspraken van het HvJ EU hebben rechtstreekse werking. Dat betekent dat landen en burgers van de Europese Unie er direct en rechtstreeks een beroep op kunnen doen. Dat maakt dat deze uitspraak een enorme invloed zal hebben op de praktijk van de Nederlandse WETS-procedures.

Andere strategie in lopende strafzaak in het buitenland

De uitspraak heeft ook invloed op de strafzaken die nog lopen. Er zullen misschien wel andere keuzes moeten worden gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan een zaak in Duitsland waar een hoge straf kan worden opgelegd voor de invoer van verdovende middelen. Het uitgangspunt dat een hoge Duitse straf in Nederland wel wordt aangepast gaat niet meer op. Eerst zou een verdachte met een terugkeergarantie misschien wel gedacht kunnen hebben: “Ik laat het hoger beroep maar zitten en probeer zo snel mogelijk naar Nederland te komen. Dan wordt mij straf daar wel omgezet in een lagere Nederlandse straf”. Maar die keuze is nu niet altijd meer verstandig. De straf wordt niet meer aangepast naar een straf die voor dezelfde feiten in Nederland gebruikelijk zou zijn. Het wordt daarom juist zaak om in het buitenland al een zo goed mogelijk resultaat te behalen. De terugkeergarantie is helaas niet veel meer waard. Mocht u vragen hebben over de verstandigste keuze in uw eigen strafzaak in het buitenland, dan is het van groot belang dit met uw advocaat te bespreken. Hij kan u adviseren in een goede strategie in uw strafzaak. Uw advocaat kan ook helpen bij het maken van goede keuzes die bij uw persoonlijke belangen en mogelijkheden passen.

Conclusie: de Nederlandse gedetineerde in het buitenland is slechter af

Met de uitspraak van het Europese Hof van Justitie voor de Europese Unie van 11 maart 2020 komt   een einde aan de mogelijkheid om de buitenlandse straf in de WETS-procedure nog aan te passen naar Nederlandse maatstaven. Dat is voor de Nederlandse gedetineerde in het buitenland een hele slechte zaak! Het is nog niet duidelijk wanneer het Gerechtshof Arnhem deze uitspraak in de praktijk gaat brengen en wanneer zij zal gaan stoppen met het aanpassen van de straf. De verwachting is dat reeds lopende zaken bij het Hof Arnhem nog worden aangepast maar dat in nieuwe zaken dat niet meer zal gebeuren. We houden u over verdere ontwikkelingen op de hoogte.